Blauwschokkers (v.a. 1932)
Synoniem: Blauwschok
De hoogte in
De Blauwschokker is een kapucijner die in het oog springt met zijn forse en hoge gewas, maar nog meer met zijn rood en violet geaderde bloemen en paarse peulen. De peulen zijn vrij breed en worden 8 tot 9 cm lang. Vroeger werden de onrijpe zaden vaak als doperwt gebruikt, maar ook de rijpe zaden hadden als kapucijner een goede consumptiekwaliteit. Ze zijn klaar voor de oogst wanneer de peulen met erwten goed gevuld zijn, en ze stevig tegen elkaar zitten. Volgens de beschrijvingen in de Nederlandse rassenlijst voor groentegewassen werd het gewas 140 tot 160 cm hoog. Tevens heeft de Nederlandse genenbank CGN dit ras in 2022 op het veld gehad en toen werd de Blauwschokker zelfs 190 cm hoog.
Andere blauwschok rassen
De Blauwschokker is voor het eerst te vinden in de kwekerscatalogus van Sluis & Groot te Enkhuizen in 1932. Het voormalige veredelingsbedrijf Cebeco in Lelystad heeft zaad van de Blauwschokker in 1989 aan de Nederlandse genenbank CGN gedoneerd. Er zijn naast de Blauwschokker ook nog andere rassen met paarse peulen. Zo is er de Groninger Blauwschokker, die het CGN in eveneens in 1989 aan de collectie kon toevoegen. De Ezetha’s Blauwschokker is weer een ander blauwschokker type met spitse peulen en meestal één zaad per peul meer dan de Blauwschokker, gekweekt door Enkhuizer Zaadhandel (tegenwoordig ENZA zaden).
Teeltspecificaties
Type | Kapucijner |
Groeiwijze | Langstro, rijs |
Teelt | Volle grond |
Zaadkleur en -vorm | Blauwviolet, gekreukt |
Zaaitijd | Maart |
Oogst | Zowel in onrijp als rijp stadium |